BOVEN-LEEUWEN - De rechtbank veroordeelt een 46-jarige man uit Boven-Leeuwen voor 10 delicten, waaronder meerdere bedreigingen, mishandelingen, een vernieling en een verduistering. De rechtbank spreekt hem vrij van 3 verdenkingen, omdat het dossier onvoldoende bewijs bevat voor een veroordeling. De rechtbank veroordeelt de man tot een gevangenisstraf van 7 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. In die proeftijd moet de man zich melden bij de reclassering en zich laten behandelen.


Tussen september 2019 en januari 2022 deden verschillende personen aangifte tegen de man. De man bedreigde onder meer de burgemeester en de medewerkers van gemeente West Maas en Waal. Daarbij zei hij dat hij met een raketwerper in de woning van de burgemeester zou schieten. Verder dreigde de man dat hij bij de gemeente naar binnen zou rijden en een handgranaat bij de gemeente naar binnen zou gooien. Daarnaast bedreigde en beledigde de man ook een politieagent. Ook mishandelde en bedreigde hij zijn partner en vernielde haar autoruit. Ten slotte mishandelde de man ook een ander persoon en verduisterde een hond. Door de mishandelingen liepen de slachtoffers letsel op.

Vrijspraak van bedreiging en mishandeling zoon

De rechtbank spreekt de man vrij van de bedreiging en mishandeling van zijn zoon en de vernieling van een ruit. Het dossier bevat onvoldoende objectief steunbewijs voor de aangifte van de zoon. Neutrale getuigen die de vermeende bedreiging, mishandeling en vernieling hebben gezien, ontbreken. Ook blijkt niet uit het dossier dat er letsel is waargenomen bij de zoon. Omdat de rechtbank de man vrijspreekt legt zij ook geen contact- en locatieverbod op ten aanzien van de zoon.

Verminderd toerekeningsvatbaar en gevangenisstraf

Een psycholoog deed onderzoek naar de man en adviseerde om de man verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. Dit advies neemt de rechtbank over. De reclassering adviseerde om de man een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met de voorwaarden dat hij zich moet melden bij de reclassering en een behandeling moet ondergaan. De rechtbank rekent het strafbare handelen de man zwaar aan. Mensen die werken bij een publieke instantie of de politie doen hun werk hoofdzakelijk voor anderen, namelijk de samenleving. Steeds vaker worden zij geconfronteerd met agressie, geweld, bedreigingen en andere vormen van intimidatie. Zulke uitlatingen zijn volstrekt ontoelaatbaar. De rechtbank vindt daarom een gevangenisstraf van 7 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar passend. Op deze straf wordt het voorarrest in mindering gebracht. De straf valt anders uit dan de eis van de officier van justitie. Dit komt omdat de rechtbank minder feiten bewezen vindt.

Stok achter de deur

De rechtbank legt de voorwaarden op zoals de reclassering adviseerde: de man moet zich tijdens de proeftijd melden bij de reclassering en zich laten behandelen. De man is al vrijwillig gestart met de behandeling. De rechtbank legt geen contact- en locatieverbod ten aanzien van de burgemeester op, omdat er na de melding van de burgemeester over de bedreiging geen nieuwe incidenten zijn geweest. De voorwaarden die aan het voorwaardelijke strafdeel worden gekoppeld dienen als extra stok achter de deur zodat de man zich rustig zal houden.

Schadevergoeding

Tot slot moet de man aan het slachtoffer van 1 van de mishandelingen een schadevergoeding van 500 euro betalen.