De zaak kwam aan het licht doordat een collega-militair melding deed van berichten die de 21-jarige militair verstuurde in een WhatsApp-groep, waarin hij vuurwerk aanbood. Naar aanleiding hiervan werd een onderzoek gestart. Daarbij trof de Marechaussee bovengenoemde goederen aan.
Verkoop vuurwerk
De militair bleek verder al 2 jaar lang vuurwerk te koop aan te bieden. Een aantal van zijn pogingen slaagden ook. De militair kreeg hier niet alleen geld voor, maar maakte ook winst. Hij nam in de gesprekken vaak het initiatief. Zo benaderde de militair mensen actief en deed veel moeite om een koop tot stand te brengen. Bovendien probeerde hij mensen aan te zetten om extra veel in te kopen door hen voor te houden dat zij veel winst konden maken als zij op hun beurt het vuurwerk ook zouden doorverkopen. De militair bood het vuurwerk ook aan zijn collega-militairen aan. Eén van de leveringen vond zelfs plaats op de vliegbasis in Volkel.
Volwassenstrafrecht toegepast
De reclassering adviseerde om het jeugdstrafrecht toe te passen. Dit vanwege zijn leeftijd. De militaire kamer ziet daar geen reden toe. Hij verhandelde het vuurwerk namelijk op een professionele en berekenende manier. Bovendien is hij militair en mogen er dus hogere eisen aan hem worden gesteld dan aan de gemiddelde adolescent. De militair wist dat wat hij deed niet mocht en gevaarlijk was. Toch pleegde hij moedwillig deze delicten. De militaire kamer past daarom het volwassenenstrafrecht toe.
Straf gelijk aan eis
De advocaat van de militair vroeg om een geheel voorwaardelijke straf, maar daarvoor zijn de delicten te ernstig en had hij te veel vuurwerk in bezit. De militaire kamer vindt de straf die de officier van justitie heeft geëist passend, ook al kan die straf misschien negatieve gevolgen hebben voor het werk van de militair bij Defensie.