TIEL - De voorzieningenrechter geeft nog geen oordeel over handhavend optreden tegen de Nederlandse Spoorwegen (NS). Omdat in deze zaak niet de principiële vraag kan worden beantwoord of de verzoeker belanghebbende is in de zin van de wet, wijst de voorzieningenrechter het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.

Een man uit Tiel vroeg de voorzitter van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid om handhavend op te treden tegen de NS. De Tielenaar reist iedere dag met de trein van Tiel naar zijn werk in Amsterdam. Volgens de man loopt hij een gezondheidsrisico, doordat NS het hem niet mogelijk maakt om 1,5 meter afstand van zijn medereizigers te houden.

De Veiligheidsregio neemt geen besluit op het verzoek om handhaving, omdat de man uit Tiel geen belanghebbende in de zin van de wet is. Zijn belang is volgens de Veiligheidsregio niet te onderscheiden van het belang van andere reizigers die gebruik maken van NS. Dat is wel vereist om belanghebbende te zijn.

Voorlopig oordeel

Het gaat in deze zaak om de principiële vraag of verzoeker belanghebbende in de zin van de wet is. De voorlopige voorzieningenprocedure is niet geschikt om deze principiële vraag te beantwoorden, omdat alleen een voorlopig oordeel kan worden gegeven. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen af.

Hoe verder?

De Veiligheidsregio neemt op korte termijn een besluit op het bezwaarschrift van de man uit Tiel. Als hij het daarmee niet eens is, kan de man beroep instellen bij de rechtbank. De rechtbank zal die zaak met voorrang behandelen. In die beroepszaak kan de rechtbank dan een definitief oordeel geven over de vraag of de man belanghebbende is.