Het misbruik zou hebben plaatsgevonden rond eind 2014 en begin 2015.
In oktober 2019 leest de moeder van het slachtoffer over het misbruik in het dagboek van haar dochter en maakt hiervan melding bij de politie. Het slachtoffer zelf doet in december 2021 aangifte, waarna de politie, onder leiding van het OM, een onderzoek start.
OM gelooft het slachtoffer
In de visie van het OM is er voldoende wettig en overtuigend bewijs. Zo is de verklaring van het slachtoffer in deze zaak als betrouwbaar beoordeeld. Dat komt onder andere omdat het slachtoffer consistent verklaart over wat er is gebeurd. Ook benoemt zij specifieke details en worden er emoties bij haar waargenomen.
Een betrouwbare verklaring is echter niet genoeg, er moet ook bewijs zijn dat deze verklaring ondersteunt. In deze zaak bestaat dat bewijs onder andere uit geluidsopnames. Op deze opnames confronteren het slachtoffer en haar moeder de verdachte met de beschuldigingen. Uit de reactie van de verdachte maakt het OM op, dat de verdachte de beschuldigingen (deels) bekent.
De verklaringen die de verdachte in dit strafrechtelijk onderzoek aflegt, vindt het OM dan ook ongeloofwaardig. Hij ontkent elk ongepast contact met het slachtoffer, terwijl het onderzoeksdossier het tegenovergestelde laat zien. Zo zitten er in het dossier berichtjes die de verdachte naar het slachtoffer stuurde, met een grensoverschrijdende seksuele inhoud.
Onderzoek naar dagboek
Verder heeft het slachtoffer al in 2015 over het misbruik geschreven in haar dagboek. Er is door deskundigen onderzocht door wie en wanneer deze tekst is geschreven, waarna het OM het dagboek als betrouwbaar steunbewijs heeft beoordeeld.
Op basis van het dossier concludeert het OM dat de verdachte het slachtoffer gedurende meerdere maanden, met grote regelmaat heeft gestreeld en betast. Dit gebeurde zowel over als onder haar kleding. Omdat het slachtoffer in die periode vijftien jaar is, is dit ten laste gelegd als ontucht met een minderjarige.
Grens volledig kwijt
In de visie van het OM was de verdachte de grens tussen goed en fout in zijn relatie met het slachtoffer volledig kwijt. Er was niet alleen sprake van een enorm leeftijdsverschil, het slachtoffer zag de verdachte ook als haar peetvader, nadat zij haar eigen vader verloor. Toen het slachtoffer zich in haar pubertijd begon te ontwikkelen tot een jonge vrouw, heeft de verdachte misbruik gemaakt van zijn vertrouwenspositie binnen het gezin en haar kwetsbaarheid.
Het handelen van de verdachte heeft diepe littekens achtergelaten bij het slachtoffer. “Juist degene om wie je geeft en die jou liefde en aandacht geeft, raakt je aan op delen van je lichaam terwijl dat absoluut ongewenst is”, licht de officier van justitie toe. “Dat zorgt voor een mentale spagaat, die veel impact op een slachtoffer heeft.” Het feit dat de verdachte een beroemdheid is en de moeder van het slachtoffer voor de verdachte werkte, maakte het voor het slachtoffer nog moeilijker om zich uit te spreken.
Media-aandacht
Bij het bepalen van de strafeis wordt rekening gehouden met de ernst van de feiten, met het blanco strafblad van de verdachte en de persoonlijke omstandigheden. Zo houdt het OM er rekening mee dat de strafzaak al uitgebreid in media is besproken en dat de carrière en het persoonlijke leven van de verdachte daar ernstig onder hebben geleden.
Tegelijkertijd is het zo dat de verdachte kon weten dat niet alleen zijn successen breed worden uitgemeten in de media, maar ook zijn misstappen. Daarbij heeft niet alleen de verdachte veel last van de enorme belangstelling voor deze strafzaak, dat geldt ook voor het slachtoffer.
Strafverzwarend weegt mee dat de verdachte en het slachtoffer een soort vader-dochterrelatie hadden. Ook de proceshouding van de verdachte wordt op een negatieve manier meegewogen. “Slachtoffers van zedenzaken willen vaak erkenning”, legt de officier van justitie uit. “Zij wil horen dat het niet oké is dat de volwassen verdachte haar minderjarige lichaam betastte.” Terwijl de verdachte de verantwoordelijkheid juist bij het slachtoffer legt. “Volgens hem had zij de grenzen aan moeten geven, zij had hem moeten corrigeren.”
Tijdsverloop
Naast de media-aandacht heeft ook de duur van het proces impact op alle betrokkenen. Aan de kant van de politie en het OM is veel gedaan om onnodige vertraging te voorkomen. Zo heeft deze zaak bij de politie voorrang gekregen op andere zedenzaken. Zedenonderzoek is vaak tijdrovend en snelheid mag niet ten koste gaan van zorgvuldigheid. Door uitgebreid onderzoek, onder andere naar het dagboek van het slachtoffer, en het horen van de direct betrokkenen bij de rechter-commissaris, heeft het bijna twee jaar geduurd voor het onderzoek was afgerond en er een vervolgingsbeslissing werd genomen.
Daarna zijn er vanuit de verdediging veel aanvullende onderzoekswensen ingediend. Omdat de verantwoordelijkheid voor de duur van het proces niet enkel bij de politie, het OM en de rechtbank ligt, kiest het OM ervoor om het tijdsverloop slechts in beperkte mate in mindering te brengen op de strafeis.
Alles meewegende eist het OM vijf maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank is voornemens op 4 december uitspraak te doen.
In beginsel verstrekt het OM geen informatie over de identiteit van een verdachte. Deze afweging kan anders zijn als de (advocaat van de) verdachte eerder zelf de media te woord heeft gestaan over het onderzoek en de verdenking. In deze zaak is dat het geval.

10.6 ℃



















