BENEDEN LEEUWEN - De rechtbank spreekt een 44-jarige man vrij van moord, doodslag of (poging) zware mishandeling die de dood ten gevolge heeft van zijn vrouw. De man had geen opzet bij de handelingen die het slachtoffer fataal zijn geworden.


De man meldde op 9 april 2020 kort na 20:00 uur bij het alarmnummer 112 dat zijn vrouw buiten bewustzijn leek en dat hij haar middenrif niet meer op en neer zag gaan. Een burgerhulpverlener die naar de woning in Beneden-Leeuwen ging, zag al snel dat reanimeren geen zin meer had. De ambulance en politie waren snel ter plaatse. De ambulancemedewerkers gaven eveneens aan dat reanimatie geen zin meer had en dat de vrouw was overleden.

Toxicologisch en pathologisch onderzoek

Uit toxicologisch onderzoek bleek dat de vrouw een enorme hoeveelheid GHB in haar lichaam had en dat zij onder meer alcohol had gebruikt. Bij de sectie op het lichaam van de vrouw trof de patholoog diverse verwondingen aan. Volgens de patholoog kunnen de halsspierbloedingen en de stuwingsverschijnselen in het gezicht, de ogen en het tandvlees verband houden met het overlijden van de vrouw. De rechtbank is op basis van de adviezen van deskundigen van oordeel dat de vrouw deze verwondingen niet bij zichzelf kan hebben veroorzaakt. Nu geen andere personen in de woning zijn geweest, kan het niet anders zijn dan dat de man iets heeft gedaan waardoor de verwondingen zijn ontstaan.

Geen opzet

De rechtbank beoordeelt vervolgens of sprake was van opzet op de dood van de vrouw of dat sprake zou kunnen zijn van een ongeluk. De rechtbank vindt het aannemelijk dat sprake is geweest van een ongeluk, waarbij de man de vrouw vastpakte en daarbij onbedoeld haar hals zo krachtig samendrukte, waardoor zij is gestikt. Het procesdossier en de conclusies van de deskundigen laten ruimte voor zo’n scenario.

Bizar gedrag verdachte, geen motief

De rechtbank vindt in het procesdossier geen aanknopingspunten voor een motief. Ook ziet de rechtbank in het bizarre gedrag van de man na het overlijden van de vrouw geen reden om aan te nemen dat hij sporen wilde wissen, nu overal in de woning nog zichtbare sporen aanwezig waren. Dit alles duidt eerder op provisorisch opruimen om voor het oog van de familie van de vrouw geen gênante sporen van het excessieve drugsgebruik zichtbaar te laten zijn.

De man verklaarde bij de politie wisselend en kwam bij de inhoudelijke behandeling op 16 juni jl. met nieuwe informatie. De officier van justitie gaat niet uit van die verklaring. Maar de rechtbank schuift deze verklaring niet direct aan de kant. De wisselende wijze waarop de man heeft verklaard en het late tijdstip waarop hij met de nieuwe informatie kwam, kan namelijk komen doordat ook hij, net als de vrouw, op 9 april 2020 veel GHB en lachgas had gebruikt. Dat kan een negatieve invloed hebben gehad op zijn vermogen zich de gebeurtenissen van die dag goed te herinneren.

Doodsoorzaak

De rechtbank komt tot de slotsom dat de vrouw is overleden doordat de man haar hals heeft samengedrukt. Daardoor zijn halsspierbloedingen en stuwingsverschijnselen ontstaan. Het dichtknijpen van bloedvaten leidde tot een zuurstofgebrek in de hersenen. Ook het gebruik van extreem veel GHB in combinatie met alcohol droeg bij aan haar overlijden. De man had geen opzet om zijn vrouw te doden. Het is aannemelijk geworden dat er sprake was van een ongeluk. Daarom spreekt de rechtbank de man vrij van de gehele tenlastelegging

Schadevergoedingsvorderingen

De nabestaanden dienden een vorderingen tot schadevergoeding in. Zij zijn niet-ontvankelijk in hun vordering en kunnen deze nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.